Artikel: Een kijkje in de Pixar-keuken

© CIDimport

Artikel: Een kijkje in de Pixar-keuken

Geplaatst: 3 oktober 2013 - 10:43

Aangepast: 27 augustus 2022 - 03:09

Redactie ID.nl

Toy Story, Cars, Finding Nemo: zomaar een paar van de animatie-klassiekers uit de koker van Pixar. Maar wie zo’n film ziet, heeft er geen besef van hoeveel werk er in het maken van een dergelijke rolprent gaat zitten… 

Ja, dat het veel werk is, dat weet u ook wel. Maar wat en hoe precies? Juist daarom is de Pixar: 25 Years of Animation-expositie in de Amsterdam Expo – nog te zien tot en met 27 oktober – zo interessant. Het enorme proces dat voorafgaat aan de wereldberoemde Pixar-animatiefilms wordt hier op een leuke manier inzichtelijk gemaakt.

Hoewel het eindresultaat uiteindelijk uit de computer komt, zien we tijdens de expositie dat in het voorafgaande proces nog steeds veel gebruik wordt gemaakt van traditionele kunstvormen. Zo zien we schetsen, kleurimpressies (zogenoemde ‘colorscripts’) in bijvoorbeeld pasteltinten, story boards (getekende verhaallijn) en sculpturen die gemaakt worden voordat alles uiteindelijk tot leven komt in de computer. Want de hele wereld van de film moet bedacht en gecreëerd worden. Er zijn geen bestaande sets of attributen, zelfs de acteurs moeten worden gemaakt.

Artikel: Een kijkje in de Pixar-keuken-15755352

© CIDimport

Naast originele tekeningen en schitterende sculpturen worden aan de hand van video’s ook bepaalde processen van een film uitgelegd. Absolute hoogtepunten van de expositie zijn de Toy Story Zoetrope en de Artscape. De zoötroop (zoetrope in het Engels) werd in 1834 uitgevonden en is één van de eerste animatie-apparaten waarmee bewegende beelden konden worden bekeken. De variant die Pixar heeft gemaakt is compleet in 3D uitgevoerd. Beeldjes uit Toy Story 2 (geprint met een 3D-printer) draaien snel rond op een plateau. Dit ronddraaien, in combinatie met een stroboscoop, zorgt ervoor dat de beeldjes voor uw ogen op een haast magische wijze tot leven komen. De Artscape is een scherm van ruim negen meter waarbij schitterende sfeerbeelden van de verschillende Pixar-films worden getoond.

Er was eens…

We schrijven het jaar 1979. George Lucas (regisseur van onder andere Star Wars) neemt technisch computertalent Ed Catmull aan om de computerdivisie van LucasFilm te leiden, de afdeling waar alle digitale effecten worden gemaakt. Niet veel later neemt hij ook John Lasseter in dienst, die creatief directeur wordt van grafische tak van deze divisie, de Graphics Group. Catmull en Lasseter hebben delen een droom: ze willen de eerste avondvullende computeranimatiefilm ooit maken. Een droom die George Lucas niet deelt en die door de beperkte kracht van computers in die tijd ook nog lang geen werkelijkheid kan worden. Daar komt nog bij dat George Lucas de divisie te duur vindt, ondanks de onderscheidingen die de computerdivisie ontvangt voor de speciale effecten die het maakt. Logisch: alle benodigde hardware moet zelf gebouwd worden, kant-en-klaar kopen is er niet bij. Een dure grap voor de – vaak korte – speciale effecten. Na een aantal jaar heeft George Lucas dankzij de computerdivisie inmiddels alle hardware voor video en geluid die hij nodig heeft. Omdat hij geen hardwareleverancier of animatiestudio wil worden, is het tijd om de Graphics Group te verkopen.

Met dank aan Steve Jobs

Er meldt zich al snel een koper. Steve Jobs – dan net weg bij Apple, waar hij later weer zou terugkeren – telt tien miljoen dollar neer voor de Graphics Group. De helft van dat geld wordt als werkkapitaal in de nieuwe onderneming gepompt. Een onderneming die ook een nieuwe naam nodig heeft, want Graphics Group klinkt allesbehalve sexy. In eerste instantie wordt ‘Pixer’ geopperd –  een verzonnen Spaans woord voor ‘making pictures’, maar dat wordt al snel veranderd in Pixar. Niet alleen oogt dat technischer (denk aan ‘radar’), maar het klinkt klonk ook als een samentrekken van pixel en art of als afkorting van ‘pixel arranger’. Allemaal associaties die goed passen bij een bedrijf dat zijn inkomsten vooral haalt uit de verkoop van krachtige grafische computers. Krachtig voor die tijd, want we praten hier over een kloksnelheid van slechts 11,8 Mhz!

Artikel: Een kijkje in de Pixar-keuken-15755355

© CIDimport

De rand van de afgrond

Vanaf 1988 is die voorsprong echter voorbij: de verkoop van de Pixar Image Computer daalt door de sterke opkomst van de x86 workstations. John Lasseter maakt in die tijd animatiefilmpjes om de kracht van de Pixar Image-computers aan potentiële klanten te laten zien. De bekendste is ongetwijfeld Luxo Jr: de spelende bureaulamp die we nog steeds tijdens de intro van elke Pixar-film terugzien. Deze korte animatiefilms leiden er ook toe dat Pixar geld verdient met het maken van animaties voor reclames. Maar helaas: dit is niet genoeg om de stijgende verliezen op de computerverkoop goed te maken. Ontslagen volgen en Jobs staat op het punt om dan maar helemaal de stekker eruit te trekken. Het is de bevlogenheid van zijn medewerkers die hem tegenhoudt. John Lasseter is de belichaming van die bevlogenheid. Met zijn computeranimaties heeft hij inmiddels een behoorlijke reputatie opgebouwd. Zijn oud-werkgever, Walt Disney, wilde hem graag weer terug, maar Lasseter blijft Pixar trouw.

Gered door Toy Story

Wel stelt Lasseter aan Disney voor om een avondvullende computeranimatiefilm te maken die Disney zou uitbrengen. Disney gaat akkoord. Het wordt een project dat Pixar kan maken of breken. Het wordt maken, want Toy Story wordt een regelrecht succes dat van Pixar de belangrijkste animatiestudio ter wereld maakt. In 2006 wordt Pixar opgekocht door Disney. John Lasseter krijgt de leiding over de animatieafdeling van Disney en blijft daarnaast ook creatief directeur van Pixar. En de rest? Dat is geschiedenis… 

Tekst

: Martijn Verkuil

Dit artikel komt uit Computer Idee nummer 22, jaargang 2013. 

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten