Cursus: maak uw eigen website (7 en slot)

© CIDimport

Cursus: maak uw eigen website (7 en slot)

Geplaatst: 24 juni 2008 - 11:06

Aangepast: 27 augustus 2022 - 18:26

Redactie ID.nl

In het laatste deel van deze serie kijken we vooruit naar een aantal onderwerpen die nog niet eerder ter sprake zijn geweest.

In het laatste deel van deze serie kijken we vooruit naar een aantal onderwerpen die nog niet eerder ter sprake zijn geweest. We proberen de sprong te maken naar Web 2.0 met toepassingen zoals YouTube, een eigen wiki en het bouwen van een community, zonder dat u daarvoor de zoveelste sociale netwerksite hoeft op te richten.

Web 2.0 is een modebegrip, waar over een aantal jaren waarschijnlijk niemand meer over praat. Toch heeft Web 2.0 gezorgd voor een aantal fundamentele veranderingen. Internet bestaat niet langer louter uit losstaande websites met eenrichtingsverkeer, maar wordt steeds meer een platform waaraan iedereen meewerkt. Omdat moeilijk is te zeggen wat Web 2.0 precies is, wordt vaak een lijstje gebruikt dat ene Tim O'Reilly, een Amerikaanse uitgever van computerboeken, op dit gebied heeft gemaakt. Volgens O'Reilly omvat Web 2.0 onder meer om de volgende ontwikkelingen:

Wat maakt web Web 2.0?

- Het web wordt een platform. Denk bijvoorbeeld aan online tekstverwerkers, waarbij het niet meer uitmaakt welk besturingssysteem u gebruikt.

- De inzet en intelligentie van gebruikers wordt gebruikt om iets groots tot stand te brengen. Een goed voorbeeld is Wikipedia.

- Diensten worden waardevoller naarmate ze vaker worden gebuikt. Skype is een voorbeeld daarvan: hoe meer gebruikers, hoe meer mensen u gratis kunt bellen.

- Een nieuwe manier om software te ontwikkelen, waarbij de gebruiker actief wordt betrokken. Veel diensten worden in bèta-versie beschikbaar gesteld, waarbij de gebruiker als proefkonijn wordt ingeschakeld.

- Software die niet meer gebonden is aan een bepaald apparaat. Ook hier zijn online tekstverwerkers een goed voorbeeld.

Flickr en iTunes

O'Reilly heeft hierover een gezaghebbend artikel geschreven met de titel What is Web 2.0?. Hij noemt hierin voorbeelden zoals Flickr en iTunes die zonder deze cultuuromslag nooit zo succesvol waren geweest.

De vier niveaus van O'Reilly

Cursus: maak uw eigen website (7 en slot)-15985267

© CIDimport

Slimme truc met frames

De opmerking in een eerdere aflevering van deze serie, dat frames niet goed zijn voor uw vindbaarheid in zoekmachines, heeft nogal wat reacties opgeleverd. Lezers die van mening zijn dat frames een mooie oplossing zijn om menu's, kop- en voetteksten op een webpagina te positioneren, hebben gelijk. Maar dat maakt frames nog steeds niet zoekmachinevriendelijk. Gebruik ze gerust bij websites die alleen interessant zijn voor familie en vrienden die de URL toch wel weten. Wilt u goed scoren in Google, dan zult u toch echt moeten afzien van frames.

Het feit dat Google websites met frames maar moeilijk kan indexeren kunt u overigens ook op een slimme manier in uw voordeel gebruiken. Google kijkt naar de content to text ratio van uw webpagina, oftewel de verhouding tussen nuttige content en de totale hoeveelheid tekst in een html-bestand. Hoe hoger het percentage nuttige trefwoorden (keywords) er aanwezig is, hoe beter u met deze trefwoorden scoort in de zoekmachines. Hebt u een webpagina die veel ingewikkelde code bevat om bijvoorbeeld een formulier op te bouwen, dan kunt u deze code in een onzichtbare frame verbergen. Zo'n onzichtbaar frame wordt iframe genoemd. Het gevolg is dat Google de code in de iframe niet meetelt, waardoor uw keyword-dichtheid hoger is en u beter scoort in Google. Let op dat u deze methode niet overmatig gebruikt, want dan kunt u door Google worden gestraft voor 'cloaking' (een truc waarbij de zoekmachine een andere webpagina te zien krijgt dan de bezoeker). Zoek op www.google.nl/support/webmasters naar 'cloaking' als u meer wilt weten.

O'Reilly deelt websites op drie niveaus in:

Niveau 3: websites die alleen kunnen bestaan dankzij internet. Denk aan Skype, AdSense, Marktplaats, Nujij en Hyves.

Niveau 2: websites die offline zouden kunnen bestaan, maar die online meer te bieden hebben. Een voorbeeld is de fotosite Flickr.

Niveau 1: websites die offline bestaan, maar online meer te bieden hebben. iTunes en online tekstverwerkers zijn goede voorbeelden.

Niveau 0: websites die als offline software net zo goed zouden werken, bijvoorbeeld een digitaal woordenboek, Routenet of Google Maps.

Uw website naar 2.0

U krijgt nu misschien de indruk dat u een bekende website moet hebben, om de sprong naar Web 2.0 te kunnen maken, maar dat is niet zo. Ook uw eigen website kunt u een Web 2.0-make-over geven, door wat nieuwe elementen toe te voegen. Denk daarbij aan simpele uitbreidingen die voor interactie met bezoekers zorgen: voeg widgets toe, vorm een community, bied een forum waar bezoekers kunnen discussiëren, met een wiki waaraan iedereen kennis kan. Om te laten zien dat Web 2.0 geen luchtfietserij is geven we drie voorbeelden: het opnemen van YouTube-filmpjes in uw website, het inrichten van een eigen wiki en het mobiel maken van uw website.

YouTube op uw site

Op YouTube kan iedereen video's publiceren, mits ze aan een aantal (fatsoens)regels voldoen. Handig voor webmasters, want het is gratis en het kost u geen dataverkeer als uw filmpje veel wordt bekeken. Maar u kunt YouTube niet alleen gebruiken om eigen video's te laten hosten. De reeds aanwezige filmpjes op YouTube zijn ook prima te gebruiken als illustratie bij nieuwtjes, in plaats van een foto.

Als link of embedded?

Het opnemen van een YouTube-filmpje bij een nieuwsbericht is eigenlijk heel eenvoudig. Wilt u alleen een link opnemen, dan gebruikt u daarvoor de normale URL, die er bijvoorbeeld zo kan uitzien:

Wilt u de video ingebed (embedded) in uw webpagina opnemen, dan gebruikt u de code in het vak 'Embed HTML'. Die code begint met <object width="425" height="355"> en eindigt met </object>. Daaromheen kunt u uw eigen code plakken om de video bijvoorbeeld te centreren op de pagina.

YouTube en auteursrecht

Cursus: maak uw eigen website (7 en slot)-15985267

© CIDimport

Houd de dief!

In aflevering 5 van deze serie kwam auteursrecht aan de orde. Daarin ging het er vooral om problemen met auteursrechtelijk materiaal te voorkomen. Maar wat als u zelf slachtoffer bent van een dief die uw teksten en foto's zonder toestemming heeft gebruikt? Er zijn twee websites waar u goede informatie kunt vinden: de website van Arnout Engelfriet legt uit hoe het zit met copyright, nieuws overnemen en werk van anderen. Ook op mijnhomepage.nl vindt u nuttige tips. Als iemand uw werk ongevraagd heeft overgenomen zijn er drie stappen:

1. Stuur de webmaster een e-mail met een vriendelijk verzoek om het materiaal te verwijderen. Stel daarin ook een deadline. Het e-mailadres is te achterhalen via de About-pagina, het contactformulier of via de website SIDN.nl.

2. Gaat de webmaster niet op uw verzoek in, dan dient u een klacht in bij de hostingprovider. Ook deze informatie kunt u vinden via SIDN.nl. Stel opnieuw een deadline.

3. Neemt ook de hostingprovider uw klacht niet serieus, dan kunt u juridische stappen ondernemen en een klacht indienen bij SIDN.

Problemen met auteursrechten krijgt u niet, want iedereen die een filmpje op YouTube publiceert kan aangeven of deze ingebed op andere websites mag verschijnen. Het enige wat niet is toegestaan, is dat u met materiaal van YouTube een eigen videosite samenstelt, waarmee u geld verdient.

Altijd even testen!

Er is wel een aandachtspuntje bij het gebruik van YouTube-video's. Als u XHTML 1.0 gebruikt en daarvan de code laat valideren ( via http://validator.w3.org/) zult u een foutmelding krijgen. Dit komt omdat het element <embed> dat YouTube gebruikt, in XHTML 1.0 niet meer is toegestaan. Wilt u toch video's opnemen, dan moet u de code als volgt aanpassen:

<object type="application/x-shockwave-flash" width="425" height="350" data="http://www.youtube.com/v/xyz"><param name="movie" value="http://www.youtube.com/v/xyz" /></object>

In plaats van xyz vult u natuurlijk de unieke code van de gewenste YouTube-video in. Om een eventuele witte rand rond de video te verwijderen plakt u het volgende stukje code vóór het element </object>:

<param name="wmode" value="transparent"></param>

Nu moet u alleen nog testen of uw website goed werkt in Internet Explorer 7, want die browser wil nog wel eens problemen opleveren.

Een eigen wiki

In Computer Idee hebt u al vaker over wiki's kunnen lezen (zie bijvoorbeeld 'Wat kan er allemaal met wiki'. Kort gezegd kunt u met een wiki kennis vastleggen over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld over een hondenras of een bepaald type oldtimer. U kunt op wikispaces.com en pbwiki.com meteen beginnen met het bouwen van uw eigen wiki.

Heeft u wel PHP en MySQL?

Maar wilt u de wiki in uw eigen website opnemen, dan hebt u een webserver nodig die op Windows of Linux draait en waarbij u de beschikking hebt over PHP en MySQL. Voldoet uw webhostingpakket hieraan (en dat is bij de meeste het geval) dan hebt u verder alleen nog MediaWiki nodig, dezelfde software waarmee ook Wikipedia is gemaakt. U vindt MediaWiki op sourceforge.net/projects/wikipedia.

Aan de slag met MediaWiki

Cursus: maak uw eigen website (7 en slot)-15985267

© CIDimport

Meer weten over websites bouwen?

Bestel dan nu de workshopgids Zelf Websites Bouwen & Onderhouden. Deze gids bevat talloze tips, verrassende ideeën en stap-voor-stap workshops voor iedereen die voor het eerst een website bouwt en voor iedereen die na eerdere pogingen de draad weer op wil pakken. Ook besteedt de gids uitgebreid aandacht aan de promotie en mogelijkheden om met uw site geld te verdienen. Bestellen? Klik dan hier.

1. Download MediaWiki en pak het zip-bestand uit.

2. Plaats de complete inhoud op uw webserver in de map www\mywikipedia\.

3. Vervolgens moet u MediaWiki configureren. Tik in uw browser http://www.mijndomein.nl/mywikipedia/ in, waarbij u uw eigen domeinnaam invult.

4. Volg de aanwijzingen op het scherm, waarbij u een naam en een wachtwoord kiest en een reeks andere gegevens invult. Vraag hulp als u er niet helemaal uit komt, want deze stap is niet voor beginners!

Met een eigen logootje!

5. Klik op de knop Install wanneer u klaar bent. MediaWiki is overigens ook beschikbaar in de Nederlandse taal.

6. Aan het eind van het installatieproces krijgt u de opdracht om het bestand config\Localsettings.php te verplaatsen naar een hoger gelegen map.

7. Hebt u dit gedaan, dan is uw wiki te bereiken via http://www.mijndomein.nl/mywikipedia/.

8. Vervang daarna het logo linksboven door een eigen afbeelding van 135 x 135 pixels. Het plaatje slaat u in png-formaat op waarbij u het bestand www\mywikipedia\skins\common\images\wiki.png overschrijft.

User Generated Content

Nu staat u voor de klus om uw wiki te vullen. Maar gelukkig hoeft u niet alles zelf te doen. Het toverwoord van Web 2.0 is user generated content: schakel de hulp van uw bezoekers in om onderwerpen te schrijven en aan te vullen, net als op de echte Wikipedia!

Maak uw website mobiel

De komst van de iPhone heeft duidelijk gemaakt dat mensen ook onderweg internetsites willen bekijken. Dé standaardoplossing om uw website mobiel te maken is echter niet zomaar te geven. Google biedt veel informatie en noemt een aantal geschikte opmaaktalen, maar u kunt ook een apart .mobi-domein kopen. De Nederlandstalige SiteBuilder is overigens een aanrader: daarmee maakt u snel een mobiele website, die u op elk bestaand domein kunt publiceren.

Twee keer mobiel

Gebruikt u weblogsoftware, zoals WordPress, dan kunt u een plugin installeren waarmee uw website ook op mobiele toestellen te bekijken is. Moet u handmatig een mobiele versie maken, dan zijn er twee mogelijkheden: u zorgt met behulp van browserdetectie dat bij een mobiel apparaat de mobiele versie van uw website wordt getoond. Makkelijker maar minder mooi is een aparte URL, bijvoorbeeld www.mijndomein.nl/m of mobiel.mijndomein.nl.

Op ready.mobi en op http://validator.w3.org/) kunt u testen of uw website geschikt is voor mobiel gebruik.

Eerdere afleveringen

Klik hier om naar deel 1 van deze cursus te gaan.

Klik hier om naar deel 2 van deze cursus te gaan.

Klik hier om naar deel 3 van deze cursus te gaan.

Klik hier om naar deel 4 van deze cursus te gaan.

Klik hier om naar deel 5 van deze cursus te gaan.

Klik hier om naar deel 6 van deze cursus te gaan.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten