Schrijftips voor websites en blogs
Eigenlijk zijn de schrijftips voor online-gebruik redelijk voor de hand liggend. Toch zijn er nog hopen ‘auteurs’ die zich aan geen enkele regel houden, met als gevolg dodelijk vermoeiende websites of blogs. Toch maar wat tips op een rij dus.
Het mag geen al te grote verwondering wekken dat de tips voor website-teksten en blogs grote overeenkomsten vertonen. Allerbelangrijkste tip die met stip bovenaan staat is als vanzelfsprekend: check, dubbelcheck en driedubbelcheck uw taalgebruik. Ofwel let op spelfouten en grammatica, onder meer de d-tjes en dt-tjes dus. Bedenk daarbij dat uw blog of site ook gelezen kan worden door uw werkgever of potentiële werkgever! En met die gedachte dan toch even in het achterhoofd: plaats geen al te platvloers of seksueel getint materiaal online. Misschien bent u in uw privéleven exhibitionistisch aangelegd aangelegd en vindt u het heerlijk om al uw spannende uitspattingen ten toon te spreiden, de kans dat u later makkelijk aan een baan komt is daarmee redelijk verkeken. Eigenlijk geldt voor de inhoudelijke kant van uw site of blog dat alles wat normaliter binnen de vier muren van uw huis of slaapkamer blijft, zéker ook online niet tentoongespreid moet worden. Zelfs een ‘anonieme’ schrijver is meestal vrij eenvoudig te achterhalen! Houd uw taalgebruik om diezelfde reden dan ook een beetje neutraal en gebruik niet te pas en te onpas allerlei schuttingwoorden. Open deurtjes allemaal, maar toch zien we nog erg veel sites en blogs waarbij we ons ernstig zorgen maken over het toekomstige leven en werk van de bouwer.
Doelgroep
Terug naar taal die – logischerwijs – erg aan inhoud is gekoppeld. Een tweede belangrijk punt is: ‘ken uw doelgroep’. Schrijft u voor hoger opgeleiden, dan mogen er best wat moeilijke woorden gebezigd worden in uw teksten. Maar bent u toevallig Neerlandicus en wilt u een blog opzetten over uw hobby betreffende het fokken van cavia’s door Jan-en-alleman, dan moet u de moeilijke woorden vooral achterwege laten. Dat is misschien soms even tandenknarsen, maar u moet dan maar bedenken dat een stapje simpeler taalgebruik goed is voor de toekomst en het behoud van de cavia! Hou maar in het achterhoofd dat u eigenlijk een beetje voor kinderen vanaf een jaar of 15 schrijft, dan bezigt u het taalgebruik wat het overgrote deel van de Nederlandse bevolking zonder al te veel problemen kan volgen. Hou zinnen en alinea’s (voor zover deze laatste categorie er al is) vooral ook kort: denk aan en schrijf in spreektaal. De huidige site- en bloglezer is geïnteresseerd in snel te consumeren hapklare brokken.
Van levensbelang: ken uw doelgroep.
Praktisch
Diepzinnige betogen worden genadeloos geskipt tenzij u van heel goede schrijvershuize komt en echt een ter zake doende en uitgebreid onderbouwde mening over het een of ander kunt geven. Valt u niet in de categorie Jan Blokker, Simon Carmiggelt of Nico Dijkshoorn en soortgenoten dan dient u zich zeker in het begin bescheiden op te stellen. Concentreer u op het onderwerp van uw blog en geef praktische, beknopte informatie rondom dit thema – niks meer en niks minder. Bescheidenheid siert de mens; pas als uw blog of site ineens mateloos populair wordt kunt u zo af en toe (!) eens wat meer uitweiden over het een of ander.
Plaatje erbij
Gebruik vooral ook afbeeldingen en desnoods videoclips om dingen te verduidelijken. Een enkel plaatje zegt vaak meer dan duizend woorden! Mensen zijn meer dan ooit visueel ingesteld en kijken liever ‘lekker lui’ naar een verklarende afbeelding of video dan zich door een tekst heen te worstelen. Last but not least: alle genoemde opletpunten gelden nog véél meer als u schrijft in een andere dan uw moerstaal! De kans op het maken van ‘domme’ fouten in zowel grammatica als stijl is dan nog groter.